transmongolie.reismee.nl

De laatste trein-etappe, op weg naar Beijing!

Het was een beetje een dubbel gevoel voor zowel Milou en mij. Een prachtige treinreis, bijna 8.000 kilometer, onderweg zo´n kleine 100 stops en door een flink aantal tijdzones. Onderweg hele leuke mensen ontmoet, prachtige dingen gezien. En toch zijn we blij dat deze treinreis erop zit. Klinkt dat raar. Ja, eigenlijk wel. Omdat de reis zo mooi is, waarbij superlatieven nu even tekort schieten. Als je binnen zo´n korte tijd zo´n afstand hebt overbrugd, dan verlang je ook een klein beetje naar het eindpunt van deze trip. En dat is de stad Beijing, het echte eindpunt van deze reis. Heel even klaar met het gestommel en gebommel in de treincoupés.

Maar we moeten ook eerlijk zeggen dat deze laatste etappe ons ook de meeste afwisseling heeft gebracht. Wat een prachtige treinrit van de noordgrens van China naar de bergen, vlak ten noorden van Beijing. Het spoor slingerde zich tussen de bergen door en bracht ons het ene mooie vergezicht na het andere. Het meanderende spoor liep langs rotsen en door rotsen. En regelmatig viel onze mond open van verbazing, de schoonheid van het gebied.

Ook zagen we de laatste 750 kilometer hoe de boeren met alle eenvoud hun akkers bewerken. Mais oogsten, met de hand uit het blad pellen. Verzamelen en vervolgens met de ezel van het land verplaatsen. Ontelbare hoopjes oranje flitsten voorbij, ontelbare ezels hebben we zien wachten op de boeren. Ook hier was de tegenstelling zichtbaar en groot. Rondom de steden was een enorme bouwactiviteit, moderne gebouwen worden uit de grond gestampt, zowel voor wonen als werken. En natuurlijk de hoge snelheidstrein, die dwars door het boerenland is getrokken. We hebben allebei sterk de indruk dat China echt het land van de toekomst aan het worden is. Hier is groei, hier is ontwikkeling en hier is een enorme vooruitgang.

Maar ook weer die tegenstelling. Want het volk wordt ook ernstig beperkt is de bewegingsvrijheid op het internet. Miljarden Chinezen hebben geen volledige toegang tot het internet zoals wij deze in het westen hebben. Veel blokkades op websites, die wij juist nu in Beijing willen gebruiken. Google, LinkedIn, Facebook, weersites, noem maar op. Allemaal geblokkeerd. Om dingen op te zoeken hebben we al Bing.com op onze telefoon geïnstalleerd. Dat gaat redelijk hoor. Maar feit is dat de regering een stevige vinger in de pap heeft. Dat werd ons al duidelijk gemaakt bij de receptie van het hotel waar Milou vroeg om een VPN-download op haar telefoon. Nou, dat is dus gewoon onmogelijk.

De komende dagen gaan we Beijing zien. Lopend en op de fiets. We verwachten er veel van, juist van wat we inmiddels hebben gezien. Natuurlijk een paar toeristische highlights, de Chinese muur en natuurlijk het casino. Want dat heb ik aan Milou beloofd!

En uiteraard de komende dagen nagenieten van deze in alle opzichten zeer geslaagde treinreis. Een cultuurreis in optima forma, langs historische plaatsen, contact met ongelooflijk leuke mensen, heerlijk eten, grote temperatuurverschillen, al die bijzondere geuren en kleuren, vele contrasten in armoede en rijkdom. We hebben nog wel even nodig om alle indrukken een mooie plek te geven.

En natuurlijke een prachtige reis van een vader met zijn dochter. Een hele blije en gelukkige vader die de wereld ook door de ogen van z´n dochter heeft gezien. Maar ook een blije man omdat ik van Marjan alle ruimte kreeg om deze reis te reizen. Thanks! LoveU!

Mens erger je niet

Het is nu zaterdagavond, rond half elf. We zitten inmiddels in de wachtruimte van het station Erlian, dat is vanuit Mongolië het eerste station dat we in China aandoen. Vanochtend vroeg zijn we uit Ulaanbaatar vertrokken. Er was ons verteld dat de laatste etappe een zware zou worden. Oorzaak? De treinwagons vanuit de hoofdstad van Mongolië verkeren over het algemeen in erbarmelijke staat. Wat schetst onze verbazing? Er komt een trein aanrijden met 14 wagons die een supermoderne indruk maken. Zien er prachtig uit. Van buiten in ieder geval. Als we door de lieftallige Mongoolse treinbegeleidsters naar binnen worden begeleid, dan is het interieur zo mogelijk nog mooier. Een tweepersoonscoupé met een heuse fauteuil erbij. En nog wel een fauteuil in de rijrichting! En een sanitaire ruimte, voorzien van toilet, douche en wasruimte. Nou, niet verkeerd toch? Later werd ons verteld dat deze treinstellen in 2017 zijn opgeleverd. Spiksplinternieuw dus. Dat maakte de rit vanuit Ulaanbaatar tot een meer dan plezierige. Boven verwachting dus!

En was het uitzicht ook spectaculair? Nou nee, niet bepaald. Het uitzicht werd gedomineerd door de Gobi woestijn. Zo’n 100 kilometer ten zuiden van deze Mongoolse hoofdstad werd het landschap saai. Zeg maar gewoon buitengewoon eentonig. Zonder afwisseling hebben we tot Erlian gereden in de grijsgele omgeving, woestijn. Niet veel zand, wel van die rollende struikjes, die je vroeger nog wel eens zag in wildwest films. Geblazen door de wind. En natuurlijk in het begin nog veel dieren. Als je er op gaat letten zie je koeien, yak’s, paarden, schapen, gieten, Mongoolse hamsters, woestijnvossen, adelaars, eksters en valkjes. Zomaar een greep. Oh ja, en ook flink wat kamelen. Maar je moest ze wel zoeken hoor. Veel woestijngras en af en toe dieren. Net als de nederzettingen. Soms huisjes en soms ger’s, enkelen bij elkaar. Maar meestal helemaal niets . . .

In de treinwagons maken we ook vrienden. Met Mongoolse gezinnen. Die hebben in de gaten dat we klompjes uitdelen. Dat vinden ze heel erg interessant. Sommigen nemen hun GSM mee, nemen selfies en laten spontaan foto’s zien van familie en vrienden. We snappen niet precies wat ze zeggen maar de hand en hoofdgebaren zijn veelzeggend. We hebben zelfs al Mongoolse ‘koelkastmagneetjes’ gekregen. Is het niet aandoenlijk?

Op naar de grenscontrole dus. Rond half zeven de eerste stop, nog net vlak voor de Chinese grens. Paspoorten inleveren aan toch wel vriendelijk ogende mensen van de douane. Duurde ongeveer twee uur voordat de hele trein met z’n veertien wagons zich weer in beweging zette. Op naar de volgende controle. Pal op de grens nog een Mongoolse militair die in de houding salueerde naar zijn voorbijgangers in de trein.

De Chinese grenscontrole was een stuk lastiger, hier hebben we alle bagage uit de trein moeten halen, paspoort en bio-check. En natuurlijk de bagagecheck. Dat duurde ook een dikke anderhalf uur. Formulieren invullen en formulieren invullen. Vingerafdrukken digitaal checken, doet u dat maar drie keer hoor. En dan instappen en wegwezen dus . . . .

Nou, dat gaat niet gebeuren. Dat komt omdat de sporen tussen de beiden landen niet sporen. Het Chinese spoor is namelijk 8,5 cm smaller dan ons Europese en Russische spoor. En dus ook de Mongoolse spoorrails. Om toch door te kunnen rijden, is de trein naar een soort remise gereden. In deze hele grote hal worden nu de onderstellen losgemaakt. De treincoupés worden opgetild door een zware lift, de wielen worden weggeduwd en de Chinese wielen worden eronder gereden. Dan laten ze de treinwagons weer zakken en zijn de treinwagons klaar voor vertrek. Oh ja, natuurlijk nog even vastschroeven. Maar, zo snel als ik dit kan schrijven gaat dit helaas niet. Naar verwachting hopen we ver na middernacht weer in te kunnen stappen. Tot onze ergernis zitten we nu met een groep toeristen en Mongolen opgesloten in een soort tussenhal, wel verwarmd, ook met sanitaire voorzieningen, maar helaas zonder een kop koffie of andere versnaperingen. Helaas. De meesten proberen een uiltje te knappen. Anderen spelen op de gsm en weer anderen spelen Mens Erger Je Niet. Toepasselijk. Zullen wel Hollanders zijn . . . .

De wildste nacht ooit!

We zitten inmiddels midden in Terelj, het nationale park van Mongolië. Uitgestrekt, bergachtig en adembenemend mooi. Los van de enkele bomen, kleine bossen, zien we hier vooral laagbegroeiing. De herfst heeft hier allang zijn intrede gedaan. De loofbomen steken geel af tegen de berghellingen. Met hun donkerbruine, haast zwarte stammen is het beeld helemaal imposant. Toen we gisterochtend in Terelj aankwamen hebben we Turtle Rock bezocht. Een aantal rotsen bovenop elkaar. Niet eens zo heel hoog, naar schatting ongeveer 20 meter. Vanaf de plek waarvandaan wij deze aanreden, is het net alsof er een hele grote schildpad tegen de berghellingen stond. Natuurlijk uitgestapt voor een paar foto´s. Even verderop stond een jonge Mongoliër met twee arenden. Donkerbruine vogels, die je kunnen aankijken met een boze blik, alsof ze je ieder moment kunnen aanvallen. Enorme klauwen, die gemakkelijk de twee botten in je bovenarm kunnen verbrijzelen. Toch twijfelde ik een moment toen de jongen mij vroeg of ik de vogel wilde vasthouden. Het aanbieden van de handschoen was een lang gekoesterde wens. Ik schoof de handschoen aan. En tegen verwachting sprong de Arend met speels gemak op mijn bovenarm. Geen angst dat hij zijn klauwen zou aanspannen. Wat een fenomenale dieren zeg. M´n adem stokte wel even. Een Adelaar op je arm houden in Mongolië! Hahaha, nu nog op een paard in volle draf over de steppe, met deze vogel op je arm. Eerst nog wat oefenen in de manege in Laren!

Natuurlijk heeft Milou ook de vogel op haar arm gekregen. Dat zij ook onder de indruk was, wijzen de foto´s wel uit. Deze plaatjes zullen we later deze week nog wel posten.

Met de Jeep zijn we gereden naar een afgelegen gebied in Terelj. Een plek waar heel weinig toeristen komen. Het terrein is ook niet eenvoudig te vinden, helemaal niet als je hier niet bekend bent. Het ligt wat verscholen achter heuvels. Met de Jeep moesten we zelfs door een rivier van twintig meter breed. En daar stonden de ger-tenten waar we twee nachten slapen. Primitief, geen stromend water, ook niet in de toiletten. Geen douche, ijskoud water om je te wassen. Een vriendelijk Mongools gezin ving ons op en wees ons de weg. En veel honden op het terrein, ongeveer zo groot als een voetbalveld. In de snelheid heb ik er zeker tien gezien. Na een dikke bruine boterham zijn we de bergen ingegaan. Een wandeling van twee uur.

Tegen de berghellingen zagen we in de verte kuddes met bergschapen. Een mooi mikpunt voor onze wandeling. Het Mongoolse gezin zorgde in de tussentijd voor de warme hap. Was wel nodig hoor. We lopen hier met extra laagjes over elkaar. De temperatuur ligt hier nu beneden het vriespunt. Vannacht bestaat zelfs de kans op de eerste sneeuw van de aankomende winter. De kachel in de ger wordt lekker opgestookt. Het is hier behaalgijk warm. De afgelopen nacht heeft ie z’n dienst ook wel bewezen. Nu ik dit schrijf is het ongeveer acht uur in de ochtend. Het is inmiddels licht en voorzichtig heb ik de deur van de tent geopend. Het is WIT buiten! Wat een pracht! De kou deert me niet zoveel, het uitzicht is te indrukwekkend om die kou te voelen. Milou ligt nog als een molletje. Maar gelet op de lage temperatuur, zal de sneeuw nog wel even op haar wachten totdat ze wakker is.

Toen het gisteravond donker werd, hoorden we vanuit de verte gehuil. Gehuil, zelfs meerdere keren. Het leek alsof er wolven in de heuvels rondliepen. Er werd verteld dat de wolven door de branden van de afgelopen tijd, lager gelegen gebieden opzoeken. Ook beren schijnen deze kant op te kunnen komen. Later op de avond werd het gehuil niet minder en hadden we zelfs het idee dat het dichterbij kwam. Met enige spanning kropen we onze warme, dikke dekentjes. En toch bleven we regelmatig wakker worden van het gehuil van de wolven.

Om vier uur vannacht was het bal! Vanuit een aantal plekken rondom onze ger hoorden we nu heel dichtbij dat beangstigende gehuil. Er liepen nu meerdere wolven rond onze ger. Naar schatting op slecht meters bij ons vandaan. En nu begrijpen we ook waarom er zoveel honden op het terrein lopen. Binnen no-time waren de honden ook in beweging. Als we al niet wakker waren, werden we nu helemaal gewekt door het geblaf van de honden. En er brak een hoorbaar fel gevecht uit dat toch wel een paar minuten aanhield. Wat een commotie! Hoewel we vecht veilig liggen in deze tent, was dit toch wel een wild tafereel in de nacht. Maar eehhh, Evert, heb je dit niet gedroomd? Nee zeker niet! Zojuist ben ik buiten geweest en heb de sporen van de wolven en de honden kunnen nalopen. Echt, op enkele meters van de tent kunnen we zien dat die sporen bij elkaar zijn gekomen. En dat niet eens op een plek, maar drie plekken tegelijk de wolven zijn aangevallen. Dat werd later op de ochtend ook bevestigd door het Mongoolse gezin waar wij sliepen.

Slapen in Mongolië? We begrijpen nu de betekenis van een ‘Wilde Nacht!’ Oh ja, nu ga ik even een plasje doen, m’n blaas is echt overvol en de kust is nu eindelijk wel veilig!

Rusland, bedankt en tot ziens!

Ruim 5.500 kilometer berkenbossen. En af en toe een stad, of een dorp. Wat een enorm land zeg, Rusland is op de kaart al een immens land, maar als je hier met de trein doorheen rijdt, realiseer je je pas echt hoe onmetelijk groot het is. Inmiddels hebben we de afgelopen dagen al 75 stops gehad. En hebben we met Nederland al een tijdsverschil van 6 uur opgebouwd. Op het moment dat ik dit schrijf is het hier kwart voor acht in de avond, bij jullie kwart voor twee in de middag. Nog een station en we gaan Rusland definitief verlaten.

Vanochtend hebben we de rit vanaf Irkutsk langs het Baikalmeer gemaakt. Daar reden we op enkele meters langs het meer oostwaarts, werkelijk een fenomenaal gezicht. Na driehonderd kilometer hebben we rond het middaguur de bocht naar het zuiden gemaakt. Nog zo´n 2.500 kilometer te gaan. We hebben zojuist Ulan-Ude verlaten. Het landschap verandert langzaam. De berkenbossen zijn inmiddels nergens meer te bekennen. Bergen, grasland en lage bosjes domineren het uitzicht. En ook nu nog steeds water. We rijden langs de rivier Selenga. Ook af en toe koeien en geiten. De boeren hier schijnen tevreden te zijn. Nog nergens hebben we hoeven te stoppen voor files. Geen boze boeren, geen protesten, geen blokkades van zandweggetjes, gewoon blijven boeren! Nog heel even en we arriveren in Nauski. De allerlaatste stop in Rusland. En dan Mongolië!

In de EU zijn we zo gewend om direct bij de grens door te rijden. Nee, hier is een stop van anderhalf uur gepland. Paspoorten controleren, uitgebreide grenscontrole en dan pas doorrijden. De Russische douane schijnt hier erg zorgvuldig te zijn. En als je denkt dat je er bent, dan komt er nog eens een paspoortcontrole van anderhalf uur, de Mongoolse douane. Maar dan gaan we ook echt Mongolië in. Roebels wisselen en gaan! Zowel Milou als ik zijn opgewonden over het vervolg. We zijn benieuwd wat die Mongolen voor ons in petto hebben! Op naar het Terelj National Park!

Irkutsk, de hoofdstad van de Russische Gold Rush

Een enorme goudader vlak bij het Baikalmeer. Decennia lang ontgonnen. Als je dat weet, dan verwacht je een stad met een enorme allure, een stad met de uitstraling als van Parijs, Londen of New York. Het einde van die gold rush kwam al weer anderhalve eeuw geleden. Nou dat is te merken in deze stad. Niet dat alles vervallen is, integendeel. Maar de woorden ´vergane glorie´ kennen jullie toch wel? Die vergane glorie is wel van toepassing op deze stad. Want er staan inderdaad prachtige gebouwen, laat negentiende-eeuwse signatuur. Vanuit de pre-communistische tijd. En natuurlijk heel veel houten huizen met een afwerking die voor die tijd fenomenaal was. Van de houten geveltjes kun je aflezen dat hier vroeger veel geld is verdiend. Verf bladert nu van de muren. Gevels staan schuin in de straat. Lekkende daken zorgen voor rotte plekken in de muren. Na al die jaren van voorspoed is nu slecht eenvoud en soberheid die de stad kenmerken. Met uitzondering van een grote shopping-mall, die wij links hebben laten liggen.

Wel hebben we de ‘lokale’ markten bezocht. Een verademing als je de markten rondom de Middellandse Zee hebt gezien. En waar ze je naar binnen trekken als ze alleen al merken als je je oog ergens op laat vallen. Oohhh wat heerlijk hier, gewoon snuffelen, zonder echt aangesproken te worden op je kontzak. Ze hopen wel dat je een wandelende ATM bent, maar laten dat helemaal niet blijken. En als je eenmaal in een winkel staat, doen de meesten niet eens de moeite om echt iets aan je te verkopen. Dat was wel een eyeopener hoor.

Een bijzondere stad, waar veel Mongoliërs (Mongolen klinkt zo raar . . .) hun waar proberen af te zetten. Een stad die al heel dicht bij het Zuidoost Azië ligt dat we denken te kennen. Een mengelmoes van mensen, en echt, hele leuke mensen. Geen moment hebben wij tot nu toe het gevoel gehad dat we de Russen niet serieus kunnen nemen. Of dat we ons onaangenaam voelen. Of dat we ergens liever niet meer komen. Nee hoor, maar misschien komt dat ook wel omdat de ‘sterke’ arm overal aanwezig lijkt te zijn, als dat noodzakelijk is. Zo was gisteravond bij het treinstation een luidruchtige man, door de drank bedwelmd, met stevige hand in een witte bus afgevoerd. Heel snel en efficiënt. En vanmiddag bij de lokale markt opeens een dikke dertig man in uniform, sommigen zelfs met bedekt gezicht, die een paar ‘potentiële criminelen’ hebben opgepakt. Nee hoor, geen watjes, daadkracht en stevigheid typeert de sterke hand van Rusland. Niet spotten, anders gewoon op water en brood.

Iets wat deze stad ook kenmerkt is de extreem lage levensverwachting. Vooral mannen worden hier niet oud. Gemiddeld niet veel ouder dan 55 jaar. En niet de drank maar AIDS is hier de boosdoener. Om verdrietig van te worden, want dat lijkt, met de huidige kennis en de voor handen zijnde medicamenteuze mogelijkheden, toch niet meer nodig.

Dat is overigens niet de reden dat wij gisterochtend ruim 70 kilometer buiten de stad onze toevlucht hebben genomen. Met een bus zijn we van de markt vertrokken. Met een ongelooflijke vaart en slingerend tussen auto’s door hebben we misschien geen doodsangsten uitgestaan, maar wel met water onder de oksels gereden. Een chauffeur die, bellend en append ons met topsnelheid wegbracht. ‘Levensgevaarlijk’ en waard voor een flink aantal Nederlandse prenten. We waren blij dat we aankwamen. Listvyanka, een pittoresk plaatsje aan de boorden van het Baikalmeer. Het langste en diepste zoetwatermeer ter wereld. En een wintersportplaats van allure (de laatste winter was het hier overigens -45 graden!) Maar ook een plaats die in de zomer veel, zo niet ontelbare, toeristen trekt. Als de temperatuur hier regelmatig boven de 25 graden uitkomt. Toeristen, die liggend en bruinend op de kiezels van het ‘strand’ hun geld uitgeven. Bakken geld komen zowel zomers als 's winters binnen, van hoofdzakelijk Russische toeristen. En voor de toeristische ondernemers van de laatste twee decennia loopt hier nu de Gold rush. Grappig om te zien hoor.

Maar ook bijzonder is dat hier het Sjamanisme zo populair is. Een soort healing, 'contact' zoeken met het verleden. Het geloof dat de zichtbare wereld is verbonden met onzichtbare krachten of geesten. En die eersten beïnvloeden weer de levende zichtbare wereld. Snap je het nog? Toen wij een flinke berg hadden bedwongen die ons een spectaculair uitzicht bood over het Baikalmeer, werden we aangesproken door een groep Russische mannen. Ze vroegen mij om ook met hun seance mee te doen. En ik had gelezen dat je een uitnodiging niet kunt afslaan. Dus, midden in de groep: twee vingers, gedoopt in sterke drank, over de linker schouder. Twee vingers gedoopt in sterke drank, over de rechter schouder (en denken aan mijn voorouders) en heel luid ‘Samagot’ roepen (of iets dat erop lijkt) en vervolgens een flinke slok sterke drank naar binnen werken. Geweldig! Het geloof is er nog niet helemaal maar de drank was heerlijk!

De komende dagen zal het hier wat rustiger worden, verplaatsing per trein naar Mongolië. En daar is waarschijnlijk geen of slechts een matige toegang tot een internetverbinding. Maar we houden jullie op de hoogte hoor! Oh ja, misschien morgen ook weer een aantal foto's op evertfeenstraopreis.com


Alle tijd om te snurken . . .

Op mijn vraag waar deze blog over zou kunnen gaan, zei Milou meteen heel snel en heel spontaan ´Dat je hebt gesnurkt´. Tja, dat is niet zo´n eenvoudig onderwerp. Enige zelfspot laat ik dan nu maar even over me heen komen. Is er tijd genoeg om te snurken? Jazeker. Ontzettend veel tijd! Want dit is echt de langste treinrit die we ooit gemaakt hebben. En misschien ook ooit zullen maken. Op donderdagavond zijn we in Yekaterinburg ingestapt. ’s Avonds rond half tien zaten we in onze coupé. Deze etappe duurt twee volle dagen, drie nachten, heeft een afstand van bijna 3.500 kilometer en we passeren drie tijdzondes. We hopen zondagochtend rond 6.30 uur aan te komen in Irkutsk.

En is alles volgens verwachting? Zeker! Buiten trekt de herfst in volle pracht voorbij. De typische gemengde bossen van Rusland laten ons alle groen-, geel- en rood-tinten zien. De afwisseling zit in de kleine dorpjes met de kleine houten huisjes. Soms geschilderd maar meestal niet. En de goed bijgehouden moestuintjes, daaromheen de hekjes. Ook weer van hout. Wat dat kun je hier voldoende vinden.

In onze treincoupé hebben we alle ruimte. Een hele coupé met ruimte voor vier personen, vier bedden, waarbij de bovenst bedden opgeklapt zijn tegen de wanden. Dat geeft ook veel ruimte om te staan, op te staan en te bewegen. We liggen, hangen en zitten vrijwel voortdurend op de onderste banken, die we ‘snachts omtoveren tot slaapplekken. Eigenlijk erg comfortabel. Zeker als je ooit hebt gekampeerd.

Voordat we vertrokken hebben we voldoende eten ingeslagen. Crackers, thee, koffie, water, fruit, komkommers en tomaten. En voor de ‘guilty pleasure’ uiteraard ook twee zakken chips. Eenmaal in de trein vroeg de provodnika ons of we ook een ontbijt en een diner geserveerd wilden krijgen in onze coupé. Dat was onverwachts, maar zeker niet tegen dovenmansoren gericht. Vanavond daarom een uitgebreid diner hier op tafel. We zijn benieuwd!

We maken regelmatig stops zodat reizigers in en uit kunnen stappen. Sommige stops zijn kort, twee minuten, anderen weer lang. Zojuist hebben we na twee nachten een stop gemaakt van 45 minuten in Krasnoyarsk. Een grote stad in het midden van Siberië. Licht bewolkt, rond 10 graden. Gelukkig dat we hier eind september langs rijden, in de winter is de gemiddelde temperatuur hier rond 24 graden ronder onder nul . . . . Maar de treinen blijven hier dan gewoon doorrijden. Misschien eens een paar mensen van de NS sturen om te kijken hoe ze dat hier flikken?

De mensen in de trein leven hier erg op zichzelf. Niet met iedereen is hier contact te maken. We krijgen af en toe wel bruikbare tips hoor. Zoals vanochtend vroeg, toen ik m’n mobiel in het gangpad ging opladen. Een Russische vrouw tikte me op m’n schouder, duwde me met wat handgebaren naar mijn coupé. Toen ze meeliep dacht ik wel effe wat moet die nu van me . . . maar ze wees me op twee stopcontacten onder onze tafel die we helemaal over het hoofd hadden gezien.

Als je contact hebt, zijn de Russen wel vriendelijk. Vooral diegene die de Engelse taal een heel klein beetje beheersen. En toeristen? Zeker, die zijn er ook. Niet zo heel erg veel, komt waarschijnlijk ook vanwege het naseizoen. Zo hebben we al contact gehad met mensen uit Zwitserland, Spanje, België en Nederland. Zo zit Milou nu in de coupé hiernaast te praten met een Nederlandse backpacker, een jonge vrouw uit Ede die 6 maanden met de trein vanaf Ede door Duitsland, Polen, Rusland, Mongolië en China reist. Ook zij stapt morgenochtend in Irkutsk uit.

Vanaf hier gaan we nog ongeveer 1.000 kilometer treinen en dan op naar Irkutsk en het Baikalmeer. Vanavond nog een diner en daarna lekker in slaap vallen. En natuurlijk lekker snurken!

Een brug te ver?

Misschien ken je dat gevoel wel, schaamte voor iets dat je vader of moeder doet of heeft gedaan. Hé pap, hé mam, dat kun je toch niet maken? En nou is zo’n specifiek voorval misschien in de ogen van ´ouderen´ of ouders helemaal niet erg, maar bij kinderen kan het acuut schaamrood op de kaken opwekken, vooral als je er ook nog eens anderen of zelfs wildvreemden bij betrekt.

In onze reis naar Peking kennen Milou en ik elkaar goed genoeg, of tenminste, denken we elkaar goed genoeg te kennen. Zulke voorvallen zullen zich niet echt afspelen. Althans, dat hopen we beiden. Maar ik denk dat ik er niet ver naast zit om bij Milou dat schaamtegevoel enigszins op te wekken.

In de voorbereiding van onze reis las ik dat sommige reizigers er heel goed aan doen om iets typisch Nederlands mee te nemen tijdens een reis. Vooral om dat aan onbekenden aan te reiken, gewoon om contact te maken. Dan ga je op zoek naar iets dat niet al te veel geld kost (want dat is nou echt typisch Nederlands) en ook nog eens niet al te veel gewicht in beslag neemt. Die twee voorwaarden laten zich over het algemeen gemakkelijk combineren.

Een paar weken geleden zag ik wat artikelen bij een souvenirgroothandel. Hele eenvoudige sleutelhangertjes met houten klompjes, in verschillende kleuren, bij elkaar zo’n zestig stuks. Holland erop, moet helemaal goed komen toch? Op Schiphol zagen we de prijs, zo’n drie euro per stuk. Nou dat was snel verdiend. Bij de groothandel een aanzienlijk toeristisch vriendelijker tarief.

Inmiddels hebben we zo’n dikke drieduizend kilometer erop zitten en de verschillende provodnika’s hebben al een sleutelhanger gehad. De blik van Milou zei al veel. Non-verbale communicatie schijnt dat te heten. Niets zegen, gewoon toelaten. Zo heb ik inmiddels al een behoorlijk aantal klompen weggegeven. Maar bij een Russisch orthodoxe kerk was de blik van Milou niet alleen veelzeggend. Toen kwam ineens die blik van ‘He pap, dat kun je toch niet maken…’ We stonden met een Russische vrouw te praten, die samen met haar kinderen naar de kerk was geweest. Bij het gedag zeggen gaf ik de kinderen allemaal een klein klompje. Maar de blije kinderkoppies waren op dat moment meer waard dan de blik van Milou. In de treincoupé hebben we er samen ook hartelijk om gelachen. Maar op mijn vraag of zij ook een paar klompjes in haar jaszak wil bewaren, zomaar, voor het geval dat . . .

Dat lijkt nu nog een brug te ver.

Een dagje Yekaterinburg

De Russische geschiedenis gaf eigenlijk de doorslag om hier een stop van een dag te maken. Geografisch gezien overigens ook interessant. Een plaats vlak voorbij de Oeral. Net over de bergketens. We hebben op weg naar deze stad het landschap van vlak zien veranderen naar bergachtig. En in de stad weer helemaal vlak. De eerste stad in Azië. Geografisch gezien. Want de het stadsbestuur heeft de grens van Europa iets verlegd naar het oosten. Om precies te zijn, achttien kilometer ten oosten van het stadscentrum. Ze lijken zich trots te voelen Europeanen te zijn en geen Aziaten. Hoewel dat dus precies andersom is . . .

Maar dit is niet het belangrijkste van deze stad. Vlak na de Russische revolutie is de Tsarenfamilie hierheen gebracht. In een soort ballingschap, ver weg van het regeringscentrum in Moskou. En moeilijk bereikbaar voor de monarchisten, die in de zomer van 1918 bijna bij de stad waren. Dat was voor Lenin het signaal om opdracht te geven voor de moord op de tsaar, zijn vrouw en vijf kinderen. Allemaal doodgeschoten in de kelder van een huis in Yekaterinburg. Een huis dat rond 1975 is afgebroken. Oud president Jeltsin heeft dit ooit de zwartste bladzijde uit de geschiedenis van Rusland genoemd. Dat hij daarmee voorbij gaat aan de miljoenen doden tijdens de tweede wereldoorlog en de miljoenen die Stalin op z´n geweten heeft gehad is op z´n minst merkwaardig te noemen.

Op het verdwijnen van de tsarenfamilie zijn de Russel zelf nooit zo rouwig geweest. De stad is een paar jaar later zelfs vernoemd naar de moordenaar van de familie. Dat is zo´n twintig jaar geleden weer veranderd in de eerdere naam Yekaterinbrug. En op die plek van de moord is een kathedraal gebouwd, met een wel heel toepasselijke naam ´de Kerk op het bloed´.

Juist daar zijn Milou en ik heengegaan. Een bedevaartsoord voor de monarchisten, diep religieuze mensen die de Romanov familie nog altijd ´aanbidden´. Dat laatste is niet onlogisch want allen zijn een aantal jaren geleden heilig verklaard.

De kerk in dus. Devoot als we zijn, zoekend naar een hoofddoekje. Fluisterend door de kerk en de gangen heen. En als we een hoek omgingen soms botsend op priesters in lange zwarte gewaden met lange donkere baarden. En foto´s maken. Flitsen niet, knippen wel. Prachtige kerk, je waant je in een negentiende-eeuws gebouw, terwijl je weet dat de kerk niet ouder kan zijn dan twintig jaar.

Milou met een hoofddoekje om. Laten we niet overdrijven, het was niet het favoriete doel van haar. Maar ze laat het toe, omdat ze weet dat ik dit leuk vind. Maar ze verbind er wel een afspraak aan. Als we in Peking zijn, dan gaan we naar het casino. Nou dat staat!